Vloerisolatie

Het isoleren van de vloer of kruipruimte is meestal niet ingrijpend, en wel effectief. Welk type isolatiemateriaal u ook kiest, isolatie levert altijd winst op: voor uw portemonnee en het milieu.

Als de vloer op de begane grond niet geïsoleerd is, kunt u jaarlijks 190 m3 gas besparen op uw stookkosten door isolatiemateriaal aan te brengen. Dat komt neer op 116 euro (prijspeil 2009). Dat is best veel, op een gemiddeld jaarverbruik van 1200 m3 gas voor woningverwarming. Bij deze besparing vermindert vloer- en bodemisolatie bovendien de uitstoot van CO2 met 338 kilogram per jaar.

Of u een vloer op de begane grond goed kunt isoleren, hangt af van de vraag of er kruipruimte aanwezig is en hoe hoog die is. Bij kruipruimtes van 35 centimeter of hoger kunt u de onderkant van de vloer of de bodem isoleren. De eerste optie levert het meeste comfort op. Als u geen of slechts zeer ondiepe kruipruimte heeft, zijn er alternatieven mogelijk.

Altijd milieuwinst
De verschillen tussen isolatiemateriaal (in soort of isolatiewaarde) zijn klein. Welk type u ook kiest, de energiebesparing en de milieuwinst zijn altijd groot. De kosten van vloerisolatie verdient u terug in vier tot tien jaar (afhankelijk van zelf uitvoeren of uitbesteden). Behalve energiebesparing, levert vloerisolatie u ook een comfortabeler huis op, door een gelijkmatige temperatuur en minder vocht in huis.

Advies op maat

Het hangt van uw persoonlijke situatie af of het verstandig is om de vloer of bodem van uw huis te isoleren, en welke isolatiewijze dan het beste resultaat oplevert. Ga voor advies naar Advies op Maat:

Tips isolatie vloer en bodem

Gebruik bij het isoleren van de onderkant van de vloer, glas- of steenwol zonder dampremmende laag of isolatiemateriaal dat geen vocht kan opnemen (kurk-, EPS-, XPS-, PUR-platen of thermoskussens). Het vocht dat bewoners in de woning produceren, slaat anders neer tegen de dampremmende laag en dat kan de vloer vochtig maken. Laat bij het isoleren van de kruipruimte de ventilatiegaten in de (buiten)muur open. Het is ook mogelijk om tegelijk met de bodem de buitenmuren in de kruipruimte aan de binnenzijde te isoleren. Dit heet ook wel het 'opgaand werk': de fundering vanaf de bodem van de kruipruimte tot de vloer. Bij de leverancier van isolatiematerialen kunt u gratis en vrijblijvend advies krijgen over het toepassen van isolatiematerialen. Dit voorkomt terleurstellingen. Kijk eens bij Isoleren: u vindt daar een overzicht van isolatiemogelijkheden in huis.

Vloer- en bodemisolatie en het milieu

Verminderen van energieverbruik is goed voor het milieu. Dat kan door uw huis goed te isoleren. Hierdoor gaat minder warmte verloren, hoeft de verwarmingsketel minder vaak te branden en daalt het verbruik van de fossiele brandstof gas. Voor het isoleren van uw vloer heeft u de keus uit een groot aantal materialen. Voor al deze materialen geldt dat de milieuverschillen tussen deze materialen klein zijn ten opzichte van de energiebesparing die met het isoleren wordt bereikt. Dus welk materiaal u ook kiest, het levert altijd energiebesparing en dus milieuwinst op. Bij de milieuvergelijking van de materialen spelen een aantal punten mee: de hoeveelheid materiaal die nodig is, de gebruikte grondstoffen, het vrijkomen van schadelijke stoffen tijdens de productie, de milieubelasting van het vervoer en het materiaal dat in de afvalfase komt.

De mogelijkheden

U heeft bij vloer- en bodemisolatie de keuze uit een groot aantal isolatiematerialen, zoals thermoskussens, glaswol, steenwol, EPS ('piepschuim'), schelpen en kleikorrels. Daarnaast is de keuze tussen het isoleren van de onderkant van de vloer en het isoleren van de bodem van belang. Wat u kunt doen aan vloer- en bodemisolatie hangt sterk af van uw situatie, voornamelijk of u een (lage) kruipruimte heeft. Algemeen geldt dat de isolatiewaarde (R-waarde) niet alleen afhangt van het soort materiaal, maar ook van de dikte. De R-waarde staat vermeld op de verpakking van het materiaal. Het is voor de isolatiewaarde van belang dat u het materiaal zorgvuldig (zonder kieren) aanbrengt.

Lage kruipruimte (30 - 35 cm)
Als u geen kruipruimte onder de vloer heeft, is het isoleren lastig. Er zijn dan twee mogelijkheden. Allereerst kunt u op de vloer een isolatielaag aanbrengen. Dat verhoogt de vloer met 5 tot 8 centimeter. U verliest daardoor hoogte in uw kamer en u moet uw deuren inkorten. Geschikt materiaal hiervoor zijn isolatieplaten. Deze moeten afgestemd zijn op het type vloer, eventuele vloerverwarming en dergelijke. Een gespecialiseerd bedrijf kan u van goed advies voorzien. Een andere optie is de oude vloer verwijderen en een nieuwe vloer opbouwen - met isolatie aan de onderkant. Dit is een ingrijpende en kostbare ingreep.

Geen kruipruimte aanwezig
Als uw kruipruimte laag is, niet meer dan 30 tot 35 centimeter onder de balken, dan is het vrijwel onmogelijk om daarin te komen. Isoleren van een lage kruipruimte is mogelijk door isolatiemateriaal op de bodem van de kruipruimte te leggen, via één of meerdere luiken in de vloer. Hiervoor zijn zakken met bolletjes of stukjes 'piepschuim' (EPS) geschikt. Deze zijn verkrijgbaar bij de bouwmaterialenhandel. Als er geen leidingen zijn die bereikbaar moeten blijven, kunt u mogelijk ook isolatiemateriaal in de kruipruimte laten spuiten. Vraag tevoren wel advies bij een gespecialiseerd bedrijf.

Kruipruimte hoger dan 35 cm
Uw kruipruimte is hoog genoeg om erin te komen. U heeft de keuze uit:
het isoleren van de onderkant van de vloer.
het isoleren van de bodem van de kruipruimte.
het isoleren van de bodem van de kruipruimte en het opgaande werk.

Het isoleren van de onderkant van de vloer levert meer comfort op dan het isoleren van de bodem, omdat de vloer dan minder koud aanvoelt. Het isoleren van zowel bodem als vloer is omslachtig. U kunt dan beter een van beide isoleren met dikker materiaal. Als u alleen de bodem gaat isoleren, heeft u een veel dikkere isolatielaag nodig dan wanneer u ook het 'opgaand werk' (de fundering vanaf de bodem van de kruipruimte tot de vloer) isoleert.

Isolatiematerialen onderkant vloer

Hieronder staat een overzicht van de materialen geschikt voor het isoleren van de onderkant van de vloer. Eerst worden per materiaal de milieu-aspecten beschreven. Vervolgens is er een overzicht met praktische informatie.

Thermoskussens
Thermoskussens bestaan uit dunne laagjes kunststoffolie met een laagje aluminiumfolie. Er is relatief weinig materiaal nodig. Dit betekent minder uitputting van grondstoffen en ook zijn weinig brandstoffen nodig tijdens het transport.

Glaswol en steenwol
Glaswol wordt voornamelijk van glasscherven gemaakt. Steenwol wordt gemaakt van gesteente en gerecycled steenwol, een afvalproduct.

EPS
EPS is gemaakt van een zeer geringe hoeveelheid aardolie, een niet-vernieuwbare grondstof. Aan EPS zijn vaak brandvertragers toegevoegd om de materialen brandveiliger te maken. EPS met brandvertragers wordt (internationaal) aangeduid met EPS-SE. De meeste brandvertragers zijn slecht afbreekbaar in het milieu. EPS van SE-kwaliteit bevat een brandvertrager die bij verbranding geen schadelijke gassen vormt.

XPS en PUR
Platen van XPS (geëxtrudeerd polystyreen) en PUR (polyurethaan) zijn gemaakt van aardolie, een niet-vernieuwbare grondstof. PUR bevat ook isocyanaten die huidirritatie kunnen veroorzaken. De productie van PUR kost ongeveer drie keer zoveel energie als van EPS, maar PUR-platen hebben wel een hogere isolatiewaarde.

De lucht tussen het materiaal geeft de kunststoffen de isolerende werking. Bij EPS, XPS en PUR wordt de lucht tussen het materiaal geblazen met zogenaamde blaasmiddelen. Vroeger werd (H)CFK en CFK als blaasmiddel gebruikt, dit mag nu niet meer worden toegepast.Tegenwoordig worden hiervoor minder schadelijke blaasmiddelen zoals CO2, pentaan en HFC gebruikt. Aan XPS zijn vaak brandvertragers toegevoegd om de materialen brandveiliger te maken. De meeste brandvertragers zijn slecht afbreekbaar in het milieu. XPS bevat een brandvertrager die bij verbranding geen schadelijke gassen vormt.

Kurk
Kurk is een natuurlijke, vernieuwbare grondstof. Bij de productie komen over het algemeen geen schadelijke stoffen vrij en eenmaal afgedankt is het afval goed afbreekbaar. Kurk wordt gemaakt van de boomschors van de kurkeik.

Materiaal Zelf doen mogelijk? Indicatie kosten materiaal Makkelijk aan te brengen? Waar verkrijgbaar?
Thermoskussens Ja Meer dan gemiddeld Ja Bestellen bij producent of professionele bouwmarkt
Glas- en steenwol Ja Gemiddeld Redelijk Alle dhz-zaken
EPS (piepschuim) Ja Minder dan gemiddeld Redelijk Alle dhz-zaken
XPS en PUR Ja Meer dan gemiddeld Redelijk Professionele bouwmarkt
Kurk Ja Meer dan gemiddeld Redelijk Bestellen bij speciaalzaak

Isolatiematerialen bodem

Voor het isoleren van de bodem heeft u de keuze uit zakken met bolletjes of stukjes EPS (piepschuim), losse chips van EPS, schelpen, kleikorrels en schuimbeton. Hieronder staat een overzicht van de materialen. Eerst worden per materiaal de milieu-aspecten beschreven. Vervolgens is er een overzicht met praktische informatie.

Zakken met EPS
In plastic zakken (PE) zitten bolletjes of stukjes 'piepschuim' (EPS). EPS is gemaakt van aardolie, een niet-vernieuwbare grondstof. Aan EPS zijn vaak brandvertragers toegevoegd om de materialen brandveiliger te maken. De meeste brandvertragers zijn slecht afbreekbaar in het milieu. EPS met brandvertragers wordt (internationaal) aangeduid met EPS-SE. EPS van SE-kwaliteit bevat een brandvertrager die bij verbranding geen schadelijke gassen vormt. Chips van EPS worden los in de kruipruimte geblazen.

Schelpen
Om een R-waarde van 3 te halen is een droge schelpenlaag nodig van minimaal 37 cm. Als er water in de kruipruimte staat moet u de dikte van 37 cm vermeerderen met het aantal centimeters water. De ventilatie van de kruipruimte kan dankzij de schelpen tot een minimum worden beperkt.

Voor isolatie met schelpen is een grote hoeveelheid nodig. Het transport van deze materialen kost dus in verhouding veel energie. Schelpen bestaan uit kalk en zijn afkomstig van de zeebodem. Het zee-ecosysteem kan worden aangetast als er teveel schelpen worden opgezogen. Schelpen veroorzaken geen afvalprobleem; na de sloop van het huis kunnen ze gewoon blijven liggen, omdat ze in de bodem worden afgebroken.

Kleikorrels
Geëxpandeerde kleikorrels bestaan uit gebakken kleikorrels die veel lucht bevatten en daardoor warmte-isolerend zijn. De winning van klei tast plaatselijk het landschap aan.

Schuimbeton
Schuimbeton is een 'luchtig' soort beton. Het isoleert 10 keer beter dan grindbeton. Het bevat cement en zand. De winning hiervan tast plaatselijk het landschap aan.

Materiaal Zelf doen mogelijk? Prijsindicatie Makkelijk aan te brengen? Waar verkrijgbaar?
Zakken met EPS Ja Goedkoop (mits zelf doen) Ja Via gespecialiseerd bedrijf
Chips van EPS Nee Duurder dan zelf zakken aanbrengen, goedkoper dan de overigen. n.v.t. Via gespecialiseerd bedrijf
Schelpen Nee Duur (aanbrengkosten) n.v.t. Via gespecialiseerd bedrijf

Als u zelf de bodem van de kruipruimte wilt isoleren, dan zijn zakken met piepschuim de enige mogelijkheid. Als u de bodem van de kruipruimte na het isoleren wilt kunnen blijven belopen, is schuimbeton de beste keus. Als leidingen, afvoerpijpen of kabels in de kruipruimte bereikbaar moeten blijven, zijn zakken met piepschuim of schuimbeton het handigst, mits de betonlaag onder de leidingen blijft. De zakken met piepschuim zijn na het aanbrengen nog te verplaatsen om bij de leidingen te komen. Met schelpen, kleikorrels en losse chips van EPS is dat lastig.

Prijskaartje en besparing

De kosten van vloer- en bodemisolatie bestaan uit materiaalkosten en arbeidsloon. Als u het materiaal zelf aanbrengt, zijn de kosten niet hoog.

Terugverdientijd
Uitgaande van een vloeroppervlak van 50 m2 op de begane grond, kunt u met vloerisolatie gemiddeld 190 m3 gas besparen per jaar. Dat komt overeen met een besparing van ongeveer 116 euro aan stookkosten (prijspeil 2009). De kosten van vloerisolatie verdient u na vijf jaar terug als u de isolatie zelf aanbrengt, of na zestien jaar als u het laat doen.

Bodemisolatie bespaart gemiddeld 140 m3 gas of 85 euro per jaar. De kosten hiervan verdient u terug in zestien jaar, als u de aanleg uitbesteedt.

Hoeveel u precies bespaart, hangt af van het soort en dikte van het isolatiemateriaal. Het is voor de isolatiewaarde, en dus de besparing, ook van belang dat u het materiaal zonder kieren aanbrengt. De besparing hangt bovendien af van de tijd die u in huis aanwezig bent, en hoe warm u dan stookt. Als u bijna nooit thuis bent en een lage binnentemperatuur aanhoudt, dan valt de besparing lager uit, dan wanneer u veel aanwezig bent en warmer stookt. Bij berekeningen gaan we uit van een gemiddelde aanwezigheid en een gemiddelde stooktemperatuur.

Meer tips

Voor vloer- en bodemisolatie in het algemeen zijn een aantal aandachtspunten van belang:

Let op voldoende ventilatie in de kruipruimte. Het isolatiemateriaal mag niet de ventilatie in de kruipruimte blokkeren. Ventilatie is nodig om de vloer 'gezond' te houden. Heeft u een steenachtige vloer zonder gasleiding of met een gasleiding met mantelbuis, dan moeten in twee tegenover elkaar liggende buitengevels in elke gevel ventilatieopeningen zitten van tenminste 100 mm2 per m2 vloeroppervlak. Bij een houten vloer of bij een steenachtige vloer met een gasleiding zonder mantelbuis, moeten de ventilatieopeningen ten minste 400 mm2 per m2 vloeroppervlak zijn.

Bij het isoleren van de onderkant van de vloer is het verstandig om ook de bodem van de kruipruimte af te dekken met een dampremmende folie. Minder vocht in de kruipruimte verlengt de levensduur van een houten vloer en leidt tot minder vocht in de woonruimte. Het afdekken kan met een folie van PE (polyetheen) of van PVC (polyvinylchloride). Een folie van PE heeft vanuit milieuoogpunt de voorkeur. PVC bevat vaak additieven als weekmakers en stabilisatoren die in de afvalfase schadelijk kunnen zijn voor het milieu. Gebruik bij het isoleren van de onderkant van de vloer glas- of steenwol zonder dampremmende laag of isolatiemateriaal dat geen vocht kan opnemen (kurk-, EPS-, XPS-, PUR-platen of thermoskussens). Het vocht dat bewoners in de woning produceren, slaat anders neer tegen de dampremmende laag en kan de vloer vochtig maken. Leidingdoorvoeren van de kruipruimte naar de woonverdieping moeten worden afgedicht, bijvoorbeeld met glas- of steenwol, anders ontstaat tocht over de vloer en lekt warmte naar de kruipruimte. Isoleer ook de CV- leidingen die zich in de kruipruimte bevinden. Isoleer de warmwaterleidingen niet, in verband met het risico op Legionella. Circulatieleidingen voor warm water moeten juist wel worden geïsoleerd, omdat hierin continu warm water wordt rondgepompt.

Extra tip: isoleren bodem kruipruimte
Isoleer ook het 'opgaand werk' van de kruipruimte (de fundering). Dat verhoogt de totale isolatiewaarde. Laat daarbij wel de ventilatie in tact.

Extra tips: isoleren onderkant vloer
De vezels van glas- en steenwol kunnen irritatie veroorzaken. Draag daarom bij voorkeur handschoenen en lange mouwen en gebruik zo nodig een stofkapje (type P2). Ook het kruipluik moet worden geïsoleerd ter voorkoming van lekken van warmte. Isolatiemateriaal dat niet is vastgelijmd, maar gespijkerd of geniet, kan bij de sloop gemakkelijk worden losgemaakt en eventueel worden hergebruikt. Een houten vloer kan van onderaf worden geïsoleerd door de ruimte tussen de balken op te vullen met isolatiemateriaal. Het is niet nodig de balken mee te isoleren; deze hebben van zichzelf een isolerende waarde. Bij een houten vloer wordt het isolatiemateriaal direct tegen de planken aangebracht of met een ruimte van 2 cm tussen de planken en het isolatiemateriaal. Dit laatste verhoogt de isolatiewaarde omdat de stilstaande lucht in de luchtkamers ook isoleert. Zorg er dan wel voor dat het isolatiemateriaal heel goed aansluit tegen de draagbalken, zodat er geen lekken zijn (waarlangs convectiestromen kunnen ontstaan). Snijdt het materiaal iets te breed af en prop het tussen de balken. Bij gebruik van plaatmaterialen kunnen klemlatjes of draden worden gebruikt om het materiaal op zijn plaats te houden. Lijmen kan ook maar het materiaal is dan later wel moeilijk te verwijderen en te recyclen. Bovendien ademt men tijdens het lijmen in de krappe kruipruimte veel schadelijke dampen in. Bij een betonnen vloer die aan de onderkant vlak is, kunnen de isolatieplaten met plakpennen tegen de vloer bevestigd worden. Met lijm kan ook, maar verwijderen is dan moeilijk en recycling wordt onmogelijk. Bij betonnen vloeren die niet vlak zijn, zijn speciale (al dan niet zelfklevende) pennen nodig. Gaat u lijmen omdat klemmen, nieten of spijkeren niet mogelijk is, gebruik dan liefst een lijm op waterbasis. Het isoleren van een stenen vloer aan de onderkant levert wel energiebesparing op maar geen warme voeten. Steen onttrekt meer warmte aan de voeten dan hout. Een stenen vloer bovenop isoleren voelt wel warm aan aan de voeten. Een zwevende dekvloer op de bestaande vloer biedt warmte- en geluidsisolatie en is zeer geschikt voor lage-temperatuur verwarming (LTV).